- Details
Dan ben je waarschijnlijk de trotse eigenaar van je nieuwe- of tweedehands zeekajak. Daar is helemaal niets mis mee!!!! Geniet daar maar lekker van en maak plannen wat je ermee gaat ondernemen.
Met dit artikel wil ik je op ideeën brengen waarmee je zelf verbeteringen of veranderingen kunt aanbrengen waardoor de kajak comfortabeler wordt, de kajak betere eigenschappen krijgt, handige toevoegingen krijgt , veiliger wordt, enzovoort.
Dus lees hieronder eens wat er voor mogelijkheden zijn.
Overwegingen NA de aanschaf van een kajak
Nadat je een kajak hebt aangeschaft zijn er nog een paar dingen die je aan je kajak aan zou kunnen passen. Dingen die de kajak comfortabeler maken of die handig zijn tijdens het varen.- Passing
Pas na de aankoop, indien nodig, de kuip aan voor optimaal contact tussen kajak - voeten - knieën - heupen! Lees hiervoor ook nog op deze website: Peddelaar en kajak als 1 geheel.
Houd er bij onderstaande aanpassingen rekening mee dat het heel belangrijk is dat je precies pas zit in de kajak. Niet vastgeklemd, maar op een natuurlijke wijze in de kajak ingepast, zodat je elke beweging precies en zonder speling aan je kajak doorgeeft. Je bent dan 1 geheel met de kajak.
Om deze passing te beteren kan je aan de volgende veranderingen denken:
- Details
Koersvastheid en wendbaarheid vonden Willen Molengraaff en ik belangrijke eigenschappen voor een zeekajak. We hebben er daarom veel over gediscussieerd en kennis verzameld bij het testen van zeekajaks.
Koersvastheid en wendbaarheid
Deze beide begrippen zijn nauw met elkaar verbonden. Simpel gezegd zal een koersvaste zeekajak minder wendbaar zijn dan een wendbare kajak. Omgekeerd geld dat ook. Toch is daar wel een uitzondering op: sommige koersvaste kajaks zijn wel wendbaar als ze goed opgekant worden. Er zijn een aantal aspecten die allemaal tegelijk invloed hebben op de koersvastheid en wendbaarheid:
1. de kiellijn of rocker
Hoe minder rocker: hoe koersvaster en minder wendbaar
Hoe meer rocker: hoe wendbaarder en hoe minder koersvast
- Details
Dit is ook weer zo'n onderwerp waar Willem Molengraaff en ik ons bij het testen in hebben verdiept.
Snelheid
Een snelle kajak spreekt vaak tot de verbeelding.
Maar ook kan snelheid een hulpmiddel zijn. Bijvoorbeeld: een snelle kajak kan voor iemand met minder kracht een hulpmiddel zijn omdat zo'n kajak bij normale peddelsnelheid lichter loopt.
Snelle kajak's nodigen ook uit tot wedstrijden. En inderdaad, er zijn ook wedstrijden met zeekajak's.
Als we praten over de snelheid van zeekajak's denk dan aan snelheden van 5-8 km/h. Dat geeft een aardig beeld. Reken voor de planning van een groep zeekajakkers met gemiddeld 6 km/h.
Uiteraard speelt kracht en conditie ook een grote rol. Maar denk bij snelle kajak's aan een haalbare snelheid van ca. 9-12km/h over een langere afstand gemeten.
Om het begrip snelheid los te zien van de motor, de peddelaar dus, kan je misschien beter spreken van maximale rompsnelheid. Boven die rompsnelheid loopt de kajak niet zo mooi meer door het water en gaat ze meer golven trekken waarbij de boeg omhoog komt.
Als je boven die maximale rompsnelheid nog sneller wilt gaan moet je relatief veel meer energie gaan gebruiken terwijl je maar weinig sneller gaat. Dat houd je dus niet zo lang vol.
Wat maakt een kajak snel?
- Details
vaste scheg en ophaalbare/-variabele scheg
kajak-ontwerpers bogen zich in de begindagen van het zeekajakën in Europa ook over mogelijkheden om kajak's minder gevoelig voor oploeven te maken. Daarvoor ontwierpen ze een vaste scheg (ook wel integrale scheg genoemd) aan de achtersteven van kajak. De kajak's werden zo veel koersvaster en omdat de voor- en achterzijde van het zijaanzicht van het onderwaterschip meer in balans kwam werden daardoor minder gevoelig voor oploeven. De grotere koersvastheid was voor toepassing op zee geen bezwaar.
Een nadelige eigenschap was echter dat zulke kajak's bij sterkere wind gingen afvallen op sommige koersen ten opzichte van de wind.
Door een deel van deze vaste scheg af te zagen verminderde het afvallen, maar vermeerderde het oploeven weer iets.
Hier is duidelijk sprake van een compromis.
Het afzagen moet natuurlijk in kleine stukjes gebeuren voor het bereiken van het goede compromis dat alleen voor jou zelf geldt.
In de periode na de vaste scheg is de ophaalbare of variabele scheg uitgevonden waarmee je het onderwater schip voor (bijna) elke situatie kunt trimmen. Zie het artikel over de geschiedenis van de scheg op mijn blog.
De meeste zeekajak's uit de tegenwoordige periode hebben daarom ook zo'n variabele scheg. (kajak's met roer soms uitgezonderd)
Heb je nog een kajak met vaste scheg, dan hoef je die heus niet te verkopen want je kunt er nog steeds best goed mee varen. In verband hiermee kan opgemerkt worden dat je, varend in wind en golvend water, minder last van oploeven hoeft te hebben omdat kajak's dan vaak wendbaarder zijn. Varend boven op een golftop is de waterlijn heel even korter waardoor je op dat moment makkelijker een koerscorrectie kunt uitvoeren. De kunst is dus wel om dat precies dan je koers bij te stellen met een peddelslag!
- Details
Tijdens het testen vonden Willem en ik heel belangrijk hoe een kajak zich in de wind liet peddelen. Een kajak die afviel vonden wij voor beginnende kajakkers beslist een NO GO. Dit omdat het veel meer kracht en techniek vraagt om in een afvallende kajak de gewenste koers te blijven varen. Dit artikel is weer zo'n brokje gecomprimeerde kennis die we hebben opgedaan.
Oploeven versus afvallen
- Oploeven betekent dat de kajak tegen de wind in wil draaien.
- Afvallen betekent dat de kajak met de wind wil meedraaien.
De ideale zeekajak, die met een variabele scheg is uitgerust, loeft onder normale omstandigheden op met de variabele scheg in en valt af met de variabele scheg naar beneden.
Met zo'n zeekajak kan je onder bijna alle omstandigheden makkelijk van koers veranderen.
- Details
Om de vaareigenschappen van een zeekajak te beoordelen probeerden Willem en ik bij het testen van een zeekajak te verklaren waarom een kajak oploeft. Hieronder de gecomprimeerde kennis van die zoektocht.
Ik denk dat iedereen weet wat oploeven is: de kajak draait tegen de wind in. Als je niets zou doen vaar je na een tijdje bijna recht tegen de wind in. Dat is wel de makkelijkste koers als de zee woelig is. Daarom vind ik een kajak die iets oploeft een veilige kajak. Als je het even gehad hebt en wilt uitblazen kom je vanzelf recht tegen de wind in: de makkelijkste positie om even uit te rusten.
We kennen vier oorzaken die samen het oploeven verklaren:
Eén oorzaak is heel simpel zichtbaar te maken:
Als de wind van de zijkant tegen de kajak blaast geeft het water een tegenkracht op het onderwater-aanzicht (dat heet het lateraal oppervlak) van de kajak. Hier rood en groen afgebeeld.
Omdat de boeg altijd wat smaller is steekt die iets dieper dan het achterschip dat vaak wat breder en daardoor vlakker is. Hieronder heb ik aangegeven hoe groot dat lateraal oppervlak voor en achter het draaipunt (= de vaarder) van de kajak is.
Het groene vlak is groter dan het rode en geeft dus meer zijdelingse weerstand. Daardoor wordt de rode achterkant door de wind weggeblazen. Met andere woorden de boeg draait in de wind.
Het effect van de variabele scheg is zo ook heel duidelijk: je maakt het lateraal oppervlak achter de peddelaar groter door het zijdelingse oppervlak van de scheg, waardoor beide oppervlakken in met elkaar balans kunnen komen.
- Details
Het verklaren van afvallen van een kajak is een lastiger vraagstuk. Hier vonden we uiteindelijk de verklaring in dat er twee oorzaken zijn. Dit artikel is weer een gecomprimeerd blok kennis uit onze periode van het testen van zeekajaks
Waarom is afvallen een vervelende eigenschap van een zeekajak?
Dat komt doordat je de ophaalbare scheg niet kunt gebruiken om dit te corrigeren, maar het moet oplossen met peddeltechniek. Daarbij moet je ook nog eens met de wind mee opkanten (de kajak aan de kant van de wind omhoog) en ook boogslagen aan de benedenwindse kant maken. Daarmee breng je jezelf in een minder stabiele situatie en loop je kans dat je omslaat. Door de kans op omslaan ga je automatisch minder opkanten. Dus lukt het je waarschijnlijk niet de koers varen die je wilt, tenzij je heel hard gaat werken door dit te compenseren met heel krachtige boogslagen aan 1 kant. Iets wat je niet zo erg lang kunt volhouden.
Daarom vind ik afvallen één van de slechtste eigenschappen die een kajak kan hebben in slecht weer.
- Details
Nog een stukje kennis dat Willen Molengraaff en ik hebben verworven bij het testen van 50 zeekajaks. Zoals elders beschreven zagen we het testen ook als een ondersteuning van de veiligheid van zeekajaks op zee. Vanuit die gedachte hebben we ons ook verdiept in veilige kleuren voor zeekajaks.
DUS: WELKE KLEUR KIES JE VOOR JE KAJAK ?
Als je kijkt naar het ontwerp van een kajak is kleur misschien een randverschijnsel. Toch is het belangrijk genoeg dit even aan te stippen.
- Vooral vanuit de
veiligheidsgedachte
- is het belangrijk om goed zichtbaar te zijn:
- Voor de scheepvaart ter voorkoming van overvaren worden.
- Als je in problemen bent zodat je gezien en dus gevonden kunt worden.
- Ook als je met een groep vaart is het erg praktisch als iedereen goed zichtbaar voor elkaar is.
Gelukkig zijn er een paar kleuren welke je goed zichtbaar maken:
- Details
Dit is weer een stukje kennis dat Willen Molengraaff en ik hebben verworven bij het testen van 50 zeekajaks.
To sit or not to sit
Onze meest opzienbarende ontdekking vanuit het testen van zeekajaks vind ik nog steeds de mate waarin het fysieke contact tussen peddelaar en de kuip van de kajak de kajakeigenschappen beïnvloedt. Ervaringen met een aantal kajaks hebben langzaam dit besef bij ons laten doorbreken. Dit besef begon met die kajaks waar we bij rollen gewoon uit de kuip vielen door onvoldoende heup en/of kniecontact. Voor onze eigen veiligheid wilden we wel met zo'n kajak kunnen rollen als we op zee gingen. Dus gingen we op een bepaald moment de kajaks eerst pas maken voordat we aan de test op zee begonnen. Daarom maken we voorafgaand aan een test altijd eerst kennis met de kajak op vlak water. Daarna pasten we de zit aan op gebied van voeten, heupen en knieën. Al doende ervoeren we dat ook andere eigenschappen hierdoor sterk konden verbeteren. Bij goed contact is het makkelijker om te sturen, reageert de kajak veel beter op opkanten, wordt de stabiliteit beter en kun je makkelijker rollen.
Het heeft natuurlijk ook alles met lichaamsbouw van een persoon te maken: daar waar wij onvoldoende contact hebben in een specifieke zeekajak, heeft een ander daar misschien helemaal geen last mee. Als ik deze tekst lees dan besef ik ook dat je niet de eigenschappen verandert met een betere passing in de kuip, maar dat je de eigenschappen van de kajak beter tot zijn recht laat komen. De eigenschappen liggen immers al verankerd in het ontwerp.
- Details
In het blaadje van de KNRM. dat in oktober in de bus viel, stond een artikel over 5 kanoërs, waarvan de KNRM er in april 2 kanoërs op op de Grevelingen had gered.
De beschrijving van de redding riep veel vragen bij me op.
- Eigenlijk snap ik niet zo veel van dit bericht over de redding van de kanovaarders op de Grevelingen.
Positief aan het bericht vind ik dat één peddelaar blijkbaar op een andere kajak was gaan liggen om het niet te koud te krijgen.
En ook dat de dames droge kleren bij zich hadden; iets wat wel nuttig was toen ze het te koud kregen.
Verder roept het artikel een hoop vragen bij me op:
- Het was in april en er stond een noordenwind van 5bft. Dus niet alleen het water was nog koud, maar die wind koelt je ook flink af. Het lijkt erop dat ze geen wetsuit droegen.
- Verder snap ik niet dat ze met z'n vijven waren en dat ze blijkbaar de 2 personen uit de omgeslagen 2-persoons kajak niet konden redden. Als ze een pomp bij zich hadden moest het toch een klein kunstje zijn de kajak leeg te pompen en de drenkelingen daar weer in te laten stappen. Zouden ze wel eens reddingen hebben geoefend, zo vraag je je af.
- Hoe krijgen de 3 kanoërs. die niet gered hoefden te worden en die, met toestemming van de KNRM, op eigen gelegenheid naar de nabij gelegen jachthaven zouden varen, het in hun hoofd om dit groepje ook te splitsen: de twee dames gingen naar de dijk om warme kleding aan te trekken en de derde peddelaar (vermoedelijk in een 1-persoons kajak) ging alleen verder. Stel dat hij nu omsloeg, dan zou hij alleen zijn en moest hij maar afwachten of er op tijd hulp zou komen.
Het lijkt erop dat ze gelegenheids-peddelaars waren die niet geoefend waren en mogelijk zelfs onvoldoende gekleed waren voor het weer op die dag.
Ten slotte zou je je nog af kunnen vragen waarom deze peddelaars het bedacht hebben om bij zo'n straffe noordenwind in april aan lager wal op de Grevelingen te gaan varen. De golfslag kan daar dan aanzienlijk zijn.
Gelukkig dat het goed is afgelopen.
Ik denk dat leden van onze kanoclub die klus met de omgeslagen 2-persoons kajak zelf wel geklaard zouden hebben zonder onderkoeld te worden. Maar die hebben dan ook instructie gehad in het redden van elkaar.