Peddeltechniek
Sinds ik omstreeks 1975 aan wedstrijdkanoën deed, is het voor mij een “way of life” geworden om altijd aan mijn peddelslag te werken. Ook nu doe ik dat nog steeds. Vooral als ik een work-out-tochtje vaar of als het hard waait en ik me tegen de wind in moet worstelen. Ook als ik een kano moet slepen is dat zo’n moment.
Allemaal momenten waarop je niet moe wilt worden of waarop je het zo lang mogelijk wilt volhouden.

Dit jaar was ik met een ploegje KVUleden aan het varen in Denemarken. Toen Jos op een bepaald moment met zijn camera aan het filmen was en mij ook een paar minuten filmde, deed ik mijn best mijn peddelslag daarvoor op z’n best uit te voeren. Tja, voor een foto of film probeer je toch altijd zo goed mogelijk voor de dag te komen 😉.

Toen ik dat filmpje onlangs tijdens de reunie nog eens zag, inspireerde me dat om er een instructie van te maken waarmee je kunt werken aan het efficiënter maken van je peddelslag.
Voor kanoërs die minstens al twee jaar regelmatig aan het peddelen zijn, kan dit nuttig zijn als een soort vervolgcursus om verder aan de peddelslag te (blijven) werken. Maar alleen als ze dat leuk vinden, want met een iets minder efficiënte slag kan je ook jarenlang veel kanoplezier hebben.
 
Het betreffende filmpje van 15 seconden heb ik eerst ontleed in de afzonderlijk filmbeelden. Dat leverde me ruim 9587 jpg-bestanden op.
Toen ik daar 1 peddelslag-cyclus uit gekozen had, bleven er nog 1434 beelden over. Uiteindelijk heb ik daaruit de 12 plaatjes voor dit artikel gekozen.
 
De 5 pijlers van mijn peddelslag zijn (zie ook de beelden hieronder):
  • Een pauze-moment, na elke halve peddelslag, waarbij de steel horizontaal staat en waarin je een deel van een seconde de spieren even kunt ontspannen. Dit pauze-moment beschouw ik als het begin van elke slag.
  • Duwen en trekken tegelijkertijd tijdens de peddelslag. Al varend kan je daarbij de verhouding tussen duwen en trekken variëren. Dat maakt het verschil tussen een powerslag (met een maximaal aandeel van het duwen) en een slag met gelijk aandeel van duwen en trekken, voor langdurige tochten. Andere verhoudingen daartussen volgen vanzelf.
  • Een rompdraai die harmonieus in het duwen met de arm overvloeit. De rompdraai is essentieel omdat de spieren van de romp veel sterker zijn dan die van je armspieren. Daardoor levert de rompdraai een grote bijdrage aan de voortstuwing.
  • Ondersteuning van elke slag door met de benen “te fietsen” zoals dat heet. Vooral in het begin van elke peddelslag levert dat een bijdrage.
  • Een houding waarbij je, met een rechte rug, licht voorover leunt.
De 12 geselecteerde beelden en beweging:
 
Hieronder "beeld voor beeld":

Begin-positie van een peddelslag;

Tevens rustmoment (ca. 0 - 1 seconde ) waarin je de spieren even kunt ontspannen

Insteek van het blad

Duwhand blijft nog even in de buurt van de schouder

Duwen + trekken

De duwhand niet te hoog of te laag duwen.
Optimum voor grootste krachtoverdracht: tussen schouderhoogte tot ca. kin-hoogte.

Door de snelheid van duwhand te variëren maak je het verschil tussen een powerslag om te accelereren en een slag om lang vol te houden; en alle variaties daar tussen.

De arm van de duwhand strekt zich geleidelijk terwijl je ook de rompdraai inzet.

Let op de schouder: die draait mee met de rompdraai en draait geleidelijk simultaan mee met de duwslag

Let op de schouder: die draait mee met de rompdraai en draait geleidelijk simultaan mee met de duwslag

Einde slag; tevens weer een kort rustmoment.

Insteek van het blad

Duwhand blijft nog even in de buurt van de schouder

Duwen + trekken

De duwhand niet te hoog of te laag duwen.
Optimum voor grootste krachtoverdracht: tussen schouderhoogte tot ca. kin-hoogte.

Door de snelheid van duwhand te variëren maak je het verschil tussen een powerslag om te accelereren en een slag om lang vol te houden; en alle variaties daar tussen.

Duwen + trekken

De duwhand niet te hoog of te laag duwen.
Optimum voor grootste krachtoverdracht: tussen schouderhoogte tot ca. kin-hoogte.

Door de snelheid van duwhand te variëren maak je het verschil tussen een powerslag om te accelereren en een slag om lang vol te houden; en alle variaties daar tussen.

Let op de schouder: die draait mee met de rompdraai en draait geleidelijk simultaan mee met de duwslag

Einde slag; tevens weer een kort rustmoment.

 
En sneller:
 
Veel succes.