Het is alweer maanden geleden toen ik ontdekte dat de dekpomp, die op mijn Nordkapp HM was gemonteerd, defect was. Althans: de pompopbrengst was maar minimaal wat waarschijnlijk duidde op een lekke klep. Voor reparatie moest de pomp verwijderd worden, maar aangezien de vorige bezitter lang geleden geen roestvrije moertjes heeft gebruikt, was het echt onmogelijk de pomp te demonteren. Dan maar de boutjes afslijpen. Maar dat bleek een illusie omdat alles door het slijpen dan zo heet wordt dat de pomp-onderdelen gingen vervormen, soms zelfs smelten, ten gevolge van de ontwikkelde hitte. Eind van het liedje was dat de pomp er uit was en de kano onbeschadigd. De pomp echter was niet meer bruikbaar en rijp voor de sloop. Nieuwe dekpompen zijn niet meer verkrijgbaar.

Op zich vond ik dit geen probleem omdat ik toch liever een voetpomp in een kajak heb. Maar ja nu  had ik 2 gaten in mijn kano door de pomp. Daar voer ik al maanden mee terwijl de gaten met ducttape waren afgedicht.

De Corona-crisis was een mooie gelegenheid voor me om dit eens aan te pakken. Glitters en een handleiding voor het mee-lamineren van glitters had ik al van Axel gekregen. Nu de arbeid nog.

Als eerste alles schoongemaakt van restanten  siliconenkit en epoxy. Ook de pompuitgang was destijds zeer degelijk door Jan van Sluis aangebracht met een gelamineerd pijpje. Dat was nog wel een beste klus om die er uit te slijpen.  Het grote gat van de pomp was daarbij wel heel erg handig want nu kon ik tenminste goed zien wat ik aan het doen was.

Beide gaten zijn gedicht door eerst een polyester plaatje te maken met de dikte van de wand naast het gat. Die plaatjes zijn uitgezaagd voor preciese passing in het gat en zijn vervolgens van binnenuit gelamineerd. Voor het dek had ik nog de uitdaging om EN glitters te verwerken EN de transparante kleur te benaderen. In een eerste proef was het plaatje veel te rood. En tweede instantie iets minder rood. Voor de praktijk vond ik het nu voldoende omdat je het kleurverschil pas bij een bepaalde belichting goed ziet.

Het gat van de pompuitlaat is ook aardig gelukt en valt niet echt op:

Op de tweede klus was  ik al veel langer over aan het broeden. Namelijk hoe ik 2 kapotte deklijn-fittings  zou repareren.

Het gat was al zo afgebrokkeld dat aangenomen kan worden dat bij de eerste beste belasting het touw uit de fitting zal breken.

Ik had tot nu toe maar 1 voorbeeld gezien hoe je dat kunt repareren: namelijk hoe Jan van Sluis dit ooit aan de AnasAcuta heeft gerepareerd door een gebogen aluminium staafje in 2 geboorde gaatjes te drukken en vervolgens recht te buigen:

Ik zag mezelf dit niet doen met de mij ter beschikking staande materialen en gereedschappen.

Daarom was ik blij toen ik op de onlangs door mij gekochte Orion zag hoe iemand daar een reparatie had uitgevoerd. Wel slordiger dan ik zou willen. Maar het inspireerde me wel om die weg in te slaan.

Het komt erop neer de brug van de fitting te versterken met strookjes  glasmat. Dit was een heel gepriegel durf ik wel te zeggen. Maar nu ligt er bij elkaar een laag glasmatjes op de brug met een totale dikte van 1200g/m². Ja ik houd van degelijk. Maar laten we wel zijn: op die grijplijnen kunnen soms aanzienlijke krachten worden uitgeoefend tijdens tillen of reddingen. Liefst vermijd je dat, maar soms kan je er niet omheen de grijplijn te gebruiken om te tillen of te trekken.

Na schuren ziet dat er zo uit:

Dan nog de gaten voor de deklijn. Daarbij voelde ik me echt een tandarts: eerst het gat van 2 kanten boren en vervolgens heel minutieus het gat vergroten tot het touw erdoorheen kon.  Na afwerken met een rode hars-afdeklaag ziet het er dan zo uit:

Dan nog het touw erdoor. Klus geklaard.