Deze zomer kozen Tiny en ik voor een zeekajak-vakantie in Noorwegen waar we het gebied rond Kragerø eens grondig wilden verkennen. We voeren in 2010 weliswaar ook langs dit gebied maar voeren deze lagune van eilanden toen buitengaats voorbij. Nu echter willen we dit gebied met zijn vele eilanden beter verkennen.

Ons plan.

Een trektocht van 15 dagen in onze zeekajaks langs de eilanden in het gebied Telemarken aan de oostkust van Noorwegen. We namen voor 16 dagen gedroogd eten mee. Onderweg konden we drinkwater tappen bij jachthaventjes en een paar andere plekken die we wisten. Per keer konden we 16 liter  drinkwater laden.

Omdat je in Noorwegen wild mag kamperen, mits je tenminste 150 meter van bewoonde huizen blijft, hadden we op onze zeekaarten aangegeven waar we FriOmrades (FO) Konden vinden. Dat zijn, zeg maar picknickplekken en zwemstranden, waar je ook kunt kamperen. Soms wel met een instructie voor veel bezochte plekken, dat je er maximaal 2 dagen met je tent mag blijven. Door deze plekken op de kaart te zetten voorkomen we een hopeloos zoeken naar een geschikte overnachtingsplek.

De te varen route bepalen we per dag afhankelijk van het weer en wat ons leuk lijkt.

De route zoals gevaren; inclusief onze wildkampeerplekken en plekken waar we drinkwater haalden, staat hieronder:

Onze tocht

Deze zomer waren er wel meerdere dagen met stevige wind. Vooral na de middag nam de wind dan vaak toe. Dat maakte de planning soms lastig of maakte het noodzakelijk om vroeg op de staan en rond de middag in meer beschut gebied aan te komen.

Zo hadden we het eiland Stråholmen, dat wat verder op zee ligt,  op ons verlanglijstje staan. Op één van de eerste vaardagen was het zulk rustig weer dat we al varend besloten daar nu al heen te varen. We wisten wel dat voor de volgende dag onweer en wind was voorspeld. Dat leek ons geen probleem want we hebben vakantie en dus geen haast en tijd genoeg het eiland goed te bekijken.
Vlakbij het kleine haventje ligt een schattig dorpje. Helaas zijn daar vrijwel geen permanente bewoners meer. De meeste huizen zijn nu vakantiehuizen. Daar kan je wel bij aantekenen dat de mensen die hier vroeger woonden vaak hun huis, of dat van hun ouders, nog hebben en daar in de zomer nog verblijven. In vroeger dagen bij strenge winters was het overigens wel zo, dat de bewoners (allemaal?) op het vaste land verbleven. Het is een eiland met veel geschiedenis en met bewoners die in en met de natuur leefden

Drinkwater is er niet. Er is weliswaar een pomp waarmee je het grondwater kan oppompen. Daar hoorden we verschillende verhalen over: sommigen zeiden dat het niet geschikt was als drinkwater en die namen zelf drinkwater van het vaste land mee. Anderen vonden dat je het gewoon kon drinken en het desgewenst eerst kon koken.
Wij hadden gelukkig nog voor 2 dagen drinkwater bij ons.

Wij hebben verschillende wandelingen gemaakt en van het landschap genoten.
Het is verbazingwekkend dat het hele eiland is opgebouwd uit afgeronde stenen ter grote van een kleine voetbal. Dit eiland en ook het vlakbij liggende Jomfruland zijn gevormd tijdens de ijstijd waarin gesteente onder 4-5 meter ijs lag. Door de bewegingen van het ijs zijn stenen omgevormd tot de huidige bollen.

Dat er toch nog zoveel vruchtbare grond is heeft te maken met zeewier dat veel aanspoelt en daar vergaat. Dat zeewier blijkt een perfecte grondverbeteraar te zijn. Vroegere bewoners exporteerden het dan ook wel voor dat doel.


Op ons verlanglijstje stond ook het gebied rond Porsgrunn waarvan we veel hadden gelezen over prachtige Friomrades als kampeerplek.
Om die reden zetten we na Stråholmen koers naar Langesund dat daar aan de kust ligt.

Het was rustig weer, maar wel mistig. Dat was in de ochtend een goede navigatie-oefening met kaart en kompas langs kenmerken zoals rotsen en bakens.
In het kader van onze verkenning leerden we tijdens deze ochtend dat je hier veel meer merkt van het getij dan elders aan de Noorse oostkust waar we ook met zeekajaks hebben gevaren. Om te beginnen voelden we een lichte stroming. En bij het ronden van het eiland Kråka voeren we ineens door een flinke klotsbak terwijl de zee even verderop tamelijk vlak was. Dat wijst toch wel op stroom en ondieptes.

Later die dag hadden we een prachtige overtocht naar Langesund waarbij we wel te maken met een flinke zeedeining (de vorige dag hard het gestormd) waar we echter weinig last van hadden. Wel werd het ter hoogte van de kaap, waar zeedeining en afgaand water elkaar tegenkwamen, een tamelijk onrustige klotsbak. Niet verontrustend, maar het gaf ons wel de gedachte dat je hier bij meer wind moet uitkijken of zelfs weg moet blijven.

We kampeerden die nacht op Langøya: een eiland met grote grasvelden waar je prima een tent kon opzetten. Achteraf gezien zouden we de tent aan de noordkant hebben opgezet omdat daar veel minder muggen waren dan bij onze plek die vlakbij een muggen-kraamkamer lag.
Langøya hebben we uiteraard ook verkend met een wandeling. Daarna pakten we de kajaks in en maakten het plan om een kampeerplek van 2010 nog eens bezoeken.


Daarvoor staken we over naar het naastliggende eiland Geiterøya. Na de oversteek merkten we al dat er stroom stond tussen het eiland en een naastliggende rotspartij. Verder geen probleem want we hadden het afgaande water mee. Echter toen we de zuidkaap van het eiland bereikten ontstond nu een heftige klotsbak van afgaand water dat mengde met de binnenrollende zeedeining; mogelijk extra opgepept door ondieptes ter plekke. De kaap hebben we, varend in die klotsbak gerond, maar hebben afgezien van verder oversteken naar het geplande kampeer plekje dat op 3 eilanden verder lag. 
In Nederland heb je voor eb-en-vloed stroomoverzichten. Die hebben we voor dit gebied echter niet gevonden en daarom gingen we maar niet dit onbekende gebied in.
Nu voeren we dus aan de andere kant van het eiland Geiterøya met de zeedeining mee weer landinwaarts. Wel opletten als een grote golf je in één keer een stuk verder smijt.

Aan de noordkant van het eiland was de situatie weer heel anders want daar kwam van links een sterke afgaande stroom. Daar waar wij wilden oversteken naar het noordelijk liggende eiland Siktesøya ontmoette deze stroom de zeedeining, die ons naar binnen had gebracht. Mogelijk dat daar ook een ondiepte lag, maar precies daar werd een zeedeining enorm verhoogd tot een krachtige golf die ons mogelijk op één dikke stalen paal met scheepvaart-lichten zou kunnen smijten. Dat was net op het moment dat we die paal moesten passeren. Dit heeft ons er toe gebracht om direct zo snel als we konden voorbij die paal te varen. Het was ons nu niet meer duidelijk door de twee tegengestelde stromingen aan welke kant we de paal moesten passeren.

Ons kampeerplekje op Siktesøya was een ware oase van rust na dit peddeltochtje. Iemand van een motorbootje die we daar spraken, vertelde ons dat er daar bij Langesund altijd golven staan.



Omdat het weerbeeld hier nu toch vaak periodes had met meer wind,  hadden wij nu echter wel de behoefte om wat eerder weg te gaan uit dit gebied ten zuiden van Porsgrunn. We hadden geen zin om, als het winderig bleef, om in dit gebied vast komen te zitten zonder naar de auto te kunnen varen. Eerst maar eens grondig studeren op de eb- en vloed stromen alhier.
De volgende ochtend zou er weinig wind staat en dus stonden we om 5.00h op om daardoor vroeg te kunnen vertrekken. Dat hadden we snel besloten!

Dat verliep allemaal volgens plan en de dagen erna hebben we alle eilanden in de buurt van Kragerø verkend en ook op veel van de Friomrades gezien dat de diverse instanties niet alles goed onderhouden. We hebben best wel een aardig aantal verwaarloosde plekjes gezien. Je zou bijna op het idee komen om een heggeschaar en een snoeischaar mee te nemen in de kajak om je plekje bij te werken.


Na een paar dagen hadden we weer genoeg van de beschutte eilanden, die we overigens best mooi vonden,  en dachten aan onze wens om ook Jomfruland te bezoeken.  Dat was niet zo moeilijk en de enige moeilijkheid was dat we in de middag flink tegenwind kregen. Omdat je op Jomfruland niet niet mag wildkamperen voeren we naar de camping. Daar was het niet druk meer en zagen we alleen een stuk of wat mensen die daar een stacaravan hadden.

Zodra onze tent stond gingen we op pad. We verbaasden ons over de "hoofdweg" ; de enige weg over de hele lengte van het eiland. Daar liepen de koeien los op de weg en begraasden de bermen.
Al snel realiseerden we ons dat lopen op dit langgerekte eiland wel veel werk was. Daarom huurden we 2 fietsen en zodoende hebben we veel gezien.
- Ook hier de ronde stenen zoals op Stråholmen. 
- Ook hier melding van het aangespoelde zeewier.
- Een eeuwenoud eikenbos aan de noordkant van het eiland.
Eind augustus is echter een rustige periode want veel dingen zijn dan al gesloten: geen restaurant of kroeg is open en het vuurtoren-museum is gesloten.

Wel vonden we bij het halverwege gelegen haventje een servicegebouw waar je drinkwater kon halen. Ook in de nabije omgeving een groot grasveld met picknickbanken. Dus daar, dachten wij, zou je ook wel kunnen kamperen.
Maar al met al vonden we dit eiland toch wel een bijzondere plek.


Na nog een paar dagen tussen de eilanden aan de overkant gezworven te hebben begon het bij ons weer flink te kriebelen:

we missen de ruimte op de open zee !!!

Zo ontstond het plan om nog naar het zuiden te varen; richting Risør. Om die reden kampeerden we nog een keer bij Portør en voeren een dag later onze auto voorbij.
De weergoden hadden goed naar ons geluisterd en bezorgden ons langs de kust tussen Portør en onze parkeerplaats flinke zeegolven. Daarna werd het verder rustiger.

Vlakbij Risør kampeerden we op een geweldig plekje van het eiland Store Vardøya.
Prachtig allemaal, maar toen we 's-avonds nog een wandeling maakten zagen we de "andere kant" van dit eiland: het zag er wel erg verwaarloosd uit. Net alsof er totaal geen beheer meer was.

Maar toch was het eiland qua landschap ook wel weer interessant  omdat je vaak tussen hoge smalle rotsbulten liep door smalle gangen met steile wanden.

De volgende dag zou onze laatste peddeldag zijn en, zoals door de weersprofeten beloofd, was het prachtig en rustig weer.

Een mooi besluit van deze zeekajaktocht!

Elke trektocht verandert er wel iets in je uitrusting, techniek of plannen. Ook deze keer waren we wel zeer tevreden over sommige veranderingen. En ook hadden we nu toch weer ideeën voor veranderingen of verbeteringen:

  • Overwegen om tijdens kampeertochten met kajaks snoeigereedschap mee te nemen
  • Het is zinvol om vooraf te zoeken naar informatie over eb-en-vloed stroming in de omgeving van Porsgrunn. Ook al is er niet meer verschil tussen eb en vloed dan ca. 40 cm, dan kan dit in dit gebied, naar onze beleving, toch een factor zijn om rekening mee te houden.
  • Een Gopro met afstandsbediening is heel handig om voor een opname te kunnen kiezen tussen foto en film zonder dat je de peddel hoeft los te laten. Een wens blijft om de camera meer naar voren te plaatsen voor foto's en film zonder kanopunt. Daarvoor moet er nog iets worden gezocht of gemaakt om de camera van richting te veranderen vanuit de kuip.
  • De zeekaart in zigzag-vorm gevouwen (lengte ca. 2 meter) is wel handig maar in vochtig weer toch lastig om onderweg de volgende etappe zichtbaar te maken. Handiger is toch een stapel geplastificeerde A3-tjes. Daarvoor nog wel een goede opbergplek voor de niet in gebruik zijnde kaarten aan boord te creëren.
  • Een draagband over je schouder waarmee je met 2 personen een zware, beladen kajak kunt tillen voor het te water- of aan land gaan, is ook heel handig. Het blijft echter wel erg zwaar natuurlijk. Maar dat is alleen maar op te lossen door met minstens 4 personen te varen.
  • Zonnepaneel meenemen is heel handig. Bijvoorbeeld door het paneel in een waterdichte katerhoes op het dek te vervoeren. Als het zonnig is kan je zo de hele dag een powerbank opladen.
  • Een getijde-overzicht van een aantal plaatsen langs de route plastificeren en op het dek onder je elastieken houden: dit is handig voor het aanlanden bij kampeerplekken. Zo weet je bijvoorbeeld, als je bij hoogwater aanlandt, wanneer je dan de volgende dag weer kan of moet vertrekken zonder door ondiep water te moeten slepen.

 

Aanvullende beelden en film vind je hieronder:

We kozen voor de ferry van Embden naar Kristiansand. Dat is aangenaam omdat we maar 3 uur met de auto hoeven te rijden. Dat wisten we uit ervaring in 2022 toen we in Noorwegen waren voor een een zeekajaktocht in het voorjaar en een bergwandeltocht in de zomer.
Dit jaar verliep alles echter anders: Toen we in Noorwegen waren kregen we een week voor de terugreis een kort mailtje van HNL dat ze faillissement  hadden aangevraagd en dat de ferry per direct niet meer voer. Maar: we moesten wel weer op tijd thuis zijn.
Wij schakelden toen heel snel vanuit ons tentje en boekten een overtocht met de Colorline van Larvik naar Hirtshals: 4 uur varen voor €220. Zo kwamen we na 1200 km rijden toch weer thuis.

De oostkust van Noorwegen is in de zomer drukbezocht. Daarom heeft men er in de drukste gebieden vaak beperkingen gelegd op het aantal dagen dat je de auto ergens mag parkeren. In ons geval moesten we dus een plek zien te vinden waar de auto 2 weken mag blijven staan. Als het je lukt bij een camping toestemming daarvoor te krijgen ben je klaar. Wij vonden op internet echter een parkeerplek zonder beperkingen. Dat was prettig omdat we na het laden van de kajaks dezelfde dag nog konden gaan varen naar een kampeerplekje in de buurt.