Als je al jaren met je zee-kajak in een bekend gebied vaart heb je het idee dat je daar toch niet zo snel voor verrassingen zult komen te staan. Een onjuist idee, zoals we onlangs bij de Aardappelenbult hebben ondervonden.

Het gebied rond de Aardappelenbult (buitengaats van de Grevelingen), waar we al jaren komen, kennen we als een relatief veilig gebied: er staan geen sterke stromingen en het is relatief beschut zodat ook de golfhoogtes meevallen. Ook is het zo dat je in geval van nood relatief eenvoudig en snel in de bewoonde wereld kunt terugkeren.

We hebben in het gebied alle mogelijke routes met verschillende getij-standen gevaren. Over die stroom hebben we ons ook nooit zo'n zorgen gemaakt. Sterker nog, er zijn niet eens stroomtabellen van het gebied. We hebben natuurlijk wel eens gedacht dat het water op stroop leek en we waarschijnlijk een "ietse pietsie" stroom tegen hadden. Maar echte stroom, neen daarvoor moet je naar de Waddenzee gaan, zeiden we.

Een interessante tocht

Zo voeren we op 23 maart weer eens een tochtje bij de Aardappelenbult Het getij was redelijk gunstig. Redelijk gunstig, want de kentering lag wat laat zodat we de zandplaten waar we wilden landen misschien zouden bereiken terwijl  ze nog niet waren drooggevallen.

Na vertrek vanuit het haventje bij Spingersdiep ging het richting Geerligsplaat. Al varend constateerden we dat we iets werden weggezet. Dit zagen we aan het verloop van de koers tussen vertrek een aankomst, want daar zat zo'n 10° tussen. Op zich niet zo opzienbarend. Voor de duidelijkheid moet gezegd worden dat we het tweede deel van de afstand gewoon op zicht naar de plaat voeren, daarbij geleid door zicht op de branding ter plaatse.

Bij aankomst lag de plaat nog onder water en kon je hem goed herkennen aan het zogenaamde kookeffect waarbij je grote bubbels in het ondiepe water boven de plaat ziet en kleine "waterexplosies".

Wat we indrukwekkend vonden was het benaderen vanaf de zuidkant van de plaat. Als je even ophield met peddelen werd je weer gelijk naar achteren weggezet en toen het water nog wat lager was en er een smalle zandstrook zichtbaar werd zag je het water hard over het zand stromen. Het zag er een beetje uit als een overstroomde krib in een rivier bij hoogwater. Daar zie je ook zo'n wal water over de krib stromen.

In ieder geval hebben we, zo'n beetje in de soep rond peddelend, gewacht op het droogvallen. Toen volgde de pauze waarbij we altijd weer genieten van de eerste vierkante meter waarop je kan staan met niets dan water om je heen.

Na circa 20 minuten pauze gingen we weer scheep richting Aardappelenbult. Koers circa 330°. In de verte lichtte de plaat mooi op in het zonlicht. Een makkie dachten we nog, Want je hebt je kompas zo niet eens nodig.

Na een paar minuten was de zandplaat, als bij toverslag, niet meer zichtbaar. Je maakt daar een grapje over en concludeert dat je de plaat niet meer ziet omdat de zon er niet meer op schijnt. Fout!

Na nog een korte tijd varen groeit het besef dat er iets helemaal niet klopt, want we varen recht op een forse branding af zoals die hier alleen bij de Steile Hoek voorkomt. Dat was niet onze bedoeling. Tijd voor een snelle evaluatie. We hebben de GPS gepakt en besloten tot een koerscorrectie naar 0° (pal Noord dus), ook al snapten we toen nog niet wat er aan de hand was want we waren inmiddels een beetje gedesoriënteerd. Na nog eens 10 minuten besloten we tot een tweede correctie, namelijk ca. 50°. Op die koers kwam na een tijdje de plaat weer in zicht, maar hadden we heel duidelijk het gevoel dat we langzaam tegen een forse stroom in aan het worstelen waren. Al varend begint het, de hele tocht tot nu toe herkauwend, te dagen dat we door een zeer forse stroom flink moeten zijn weggezet naar het zuidwesten. Hoeveel, dat zouden we thuis pas zien bij het op de kaart uitzetten van de door de GPS bewaarde koers.

Analyse

Zoals gezegd, hebben we de werkelijke route op de zeekaart ingetekend. Dat ziet er als volgt uit:

 

Uit de tekening blijkt dat we, zoals veracht, flink door de stroom opzij zijn weggezet. Een stroom van ca. 8 km/uur, zoals we uit de GPS-last fixes hebben berekend. Als je het verslag van de tocht achteraf leest lijkt het allemaal wat knullig, want een aantal dingen hadden we, achteraf geredeneerd, wel kunnen weten:

  • Om te beginnen is tussen Aardappelenbult en Geerligsplaat al jaren een diepe geul op de kaart afgebeeld. Daarbij is het eigenlijk niet moeilijk om te gissen dat die ontstaan moet zijn door stroom. Een stroom overigens die we toevalligerwijs tot nu toe nooit hebben ervaren. Wel is ons op dat stuk altijd opgevallen dat je, varend tussen Aardappelenbult en Geerligsplaat, daar heel andere en hogere golven hebt. Het zijn daar echte zeegolven waar beginners zich meestal niet zo thuis voelen. Deze golven vinden hun ontstaan waarschijnlijk in de grotere diepte en mogelijk in de invloed van de stroom.
  • Verder wijst de vorm van de Geerligsplaat, met de steile noordkant en de banaanvorm van de hoge rug aldaar, er ook op dat daar stroom moet staan.
  • Een stroom die we, zoals boven beschreven, al ervoeren net voor het droogvallen.
  • Toen we eenmaal op drift waren hadden we de Aardappelenbult waarschijnlijk wel in zicht, maar zagen hem op een heel andere plek dan verwacht. Hij viel daar ook weg tegen de achtergrond van het vaste land bij de vuurtoren. Het belletje rinkelde toen echter (nog) niet ...

Conclusie

  • Er is in het gebied bij de Aardappelenbult dus wel degelijk stroom. In ons geval zo'n 4 uur na Hoogwater in het Brouwershavense Gat.
  • Vermoedelijk (dit moeten we nog uitzoeken) treedt deze echter maar sporadisch op: namelijk als de Zandplaten net zijn drooggevallen. Dan ontstaat ineens zo'n barrière voor het water, dat naar buiten wil stromen, dat dit dan tussen de platen door geperst wordt en het dus sterk gaat stromen. Aangezien de hoeveelheid water in het bekken tussen de platen en het haventje maar beperkt is, kan dat niet al te lang doorgaan en is, naar wij aannemen, de stroom er na een tijdje wel uit. Zoiets moet het zijn Want anders hadden we al veel eerder met deze sterke stroom kennis gemaakt. Dat we de stroom niet eerder ontdekten ligt dan dus eenvoudig aan het feit dat we altijd een dag uitzochten waarop de platen al ruimschoots droog lagen als we er arriveerden en dan is de stroom dus al lang uit het water (zoals gezegd: naar we aannemen).

 Tot besluit

We hebben ons voorgenomen om, zolang we nog in dit gebied mogen varen, eens in kaart te brengen wanneer er, gerelateerd aan het getij, stroom staat. Het zou mooi zijn als we tot een soort stroomatlas zouden kunnen komen.

Aangezien er meer zee-kajakkers in dit gebied varen zou het leuk zijn om wat reacties naar aanleiding van dit verhaal te krijgen: andere ervaringen met stroom in dit gebied of juist informatie over de tijdstippen wanneer en waar stroom ontstaat. Dit ter ondersteuning van de genoemde theorie of andersom, de theorie juist bekritiserend.

Schroom niet, deel je ervaring hieronder.

René van der Zwan & Willem Molengraaff†