Na de afgelopen 2 jaar, met de Corona-beperkingen, verlangen we weer naar de zee!
Toen we afgelopen winter hoorden dat de nieuwe ferry (klik hier voor meer info) van Eemshaven / Groningen naar Kristiansand in Noorwegen vanaf medio april voer, hoefden we niet lang na te denken en boekten we een overtocht voor 23 april. Na de boeking hadden we nog genoeg tijd voor de voorbereidingen om het eten voor 2 weken te maken.
Het eenvoudigste zou zijn de tocht in Kristiansand te beginnen, maar omdat we voor onze tocht de oostkust kozen, zouden we de baai Kvasefjorden moeten oversteken. In het voorjaar wil daar wel eens een straffe wind uit zuidelijke richting staan en dan is het oversteken van deze brede, trechtervormige baai wel heftig. Daarom kozen we Lillesand, waarvoor me maar een half uur hoefden te rijden, als beginpunt en moesten alleen daar nog wel een parkeerplek vinden. Dat was lastig omdat je in Lillesand overal maar 2 of 3 uur mag parkeren. Ik vroeg advies aan een reddingbootman van RS die daar toevallig terug kwam van een oefentocht. Hij wees een goede parkeerplek waar de parkeerwachters nog niet actief waren in het voorjaar. We kregen er echter gelijk een gratis maar zeer dringend advies bij om vandaag niet uit te varen omdat er 6-7 bft recht op de kust stond. Dat hadden we zelf ook al bedacht en wilden na een kleine oversteek naar een ons bekend kampeerplekje gaan. Hij wees ons daarvoor hetzelfde plekje op een kaart aan. We waren het dus eens. Bovendien is het nooit handig om een advies van de reddingsmaatschappij in de wind te slaan.
Zodoende zetten we, na eerst drinkwater te hebben geladen, om 15h al onze tent op. Daarvoor hadden we nog geen 2 km gevaren; wel met een sterke tegenwind en heftige valwinden van de hoge rotsen. Maar vroeg stoppen is ook mooi, want dan konden we eerst nog eens alles ordenen in de kajak.
In deze kaart kan je inzoomen tot op het niveau van de kampeerplekjes
Ik zal jullie niet vermoeien met een dagelijks verslag van de komende 12 dagen maar een paar highlights beschrijven.
Het weer was over het algemeen mooi met wel de opmerking dat de wind meestal uit het noorden of uit het oosten kwam: een kille, gure wind. Soms zwak maar soms ook tamelijk heftig. De temperatuur was daar ook naar: met in de nacht en temperatuur dicht tegen het vriespunt aan. En overdag zal het tussen de 5 en 8 graden C zijn geweest. Door die koude ochtenden kwamen we maar langzaam op gang tot de zon op ons kon schijnen. We vertrokken daarom meestal tegen de middag tussen 11 - 12h.
Natuur. In tegenstelling tot Bohuslän in Zweden, waar we de laatste jaren een aantal keren waren, zijn de eilanden in Noorwegen vaak wat groter en ook meer bebost. Vaak is er een rondwandeling langs de kust om het eiland te verkennen. We zagen onder andere veel voorjaarsbloemen en hoorden ook veel kleine vogels in die bossen. Het eiland Skauerøya spande de kroon met 12 informatieborden over uiteenlopende onderwerpen: van ijstijd, geschiedenis, begroeiing tot de vogels toe.
Stoer weer. Na twee dagen trok de wind ‘s-middags aan uit het NO. De voorspelling leek redelijk, maar de gemeten windsterktes bleken op de vuurtoren hier dichtbij een stuk heftiger met metingen van 8bft. Een ochtendwandeling naar de zeekant an het eiland bevestigde dat het te stoer weer was om te peddelen. Aangezien de voorspelling was dat de windsterkte om 2 uur zou afnemen hebben we eerst lekker gewandeld en vertrokken klokslag 2 uur. Wind pal tegen en daarbij van opzij eerst nog veel golven als erfenis van de ochtend. Gemixt met de golven van de tegenwind, die ons wilde tegenhouden, was het al met al een warrig zeetje. Die dag maakten we natuurlijk geen lange afstand meer, maar kwamen lekker vroeg op een mooi kampeerplekje aan.
Toiletten. Op veel recreatie-velden die de gemeentes in Noorwegen onderhouden, staan ook eenvoudige WC-tjes: plat gezegd een plof-plee met een rond gat in een plank waar je op zit om alles in een grote bak te laten vallen. Op een vroege ochtend klonk er buiten de tent wat gerommel. Toen ik na een tijdje eens naar buiten keek zag ik bij de WC een man (van skaergården-beheer) die dat vat met inhoud handmatig met een emmer aan het leegscheppen was. De inhoud stortte hij in ronde 100 liter tonnen. Een flinke, vieze klus waar hij toch wel zo’n 4 uur mee bezig was; inclusief het naar de boot rollen van de vaten en ze aan boord te tillen. Dat het vies was bleek wel uit zijn kleding: hij droeg en eenmalige, witte overal met nauwsluitende capuchon die maar een klein deel van zijn gezicht liet zien. Lange handschoenen voltooiden deze outfit. We waren heel verbaasd over deze techniek. Dat is toch niet meer van deze tijd was onze gedachte. Het lijkt wel op 100 jaar terug in de tijd in Nederland toen nog niet iedereen op het riool was aangesloten. Toendertijd haalde in Amsterdam iemand dagelijks bij alle huizen de emmertjes met inhoud op. De Amsterdammers hadden deze ophaaldienst omgedoopt tot de Boldootwagen. Deze reed nog tot 1934 door Amsterdam!
KLIK hier voor informatie over de BOLDOOTWAGEN
De recreatievelden noemt men in Noorwegen “Friomrade”. Daar mag iedereen recreëren en ook mag je er als watersporter maximaal 2 nachten kamperen. De laatste tijd zijn daarvoor wel veranderingen gekomen. Zo zijn er nu gebieden waar je niet mag kamperen (vaak in een wat meer bewoond gebied). Dat laatste is per regio verschillend en in sommige gebieden is dit verbod er niet. Waarschijnlijk heeft dat te maken met hoe druk bezocht zo’n plek is. De oostkust van Noorwegen, waar we nu voeren, is in de zomer in ieder geval erg druk bezocht, dus daar kan je je iets voorstellen bij die regel.
Gefopt door de weersvoorspelling. Op een dag met het vooruitzicht van 2-3 bft wind, vertrokken we op een vlak zeetje. We hadden een stuk open kust voor de boeg waar eilandjes niet voor bescherming zorgden. Dus met zo'n weersvoorspelling gingen we wel voor. Echter: toen we na een middagpauze de open zee opvoeren, was de wind tot zeker 5 bft ZO opgelopen. Dat zorgde wederom voor een warrige zee met meelopende golven. Niet een zee waarop je eens rustig kon stilliggen. Het was te doen maar voor een pauze moesten we wachten op een baai waar we uit de wind even wat konden eten en drinken.
De volgende dag een vergelijkbaar probleem, maar nu was de wind O tot NO 5-6 bft in plaats van de voorspelde wind-2bft N. Toen we uit de luwte van het eiland, waar we hadden gekampeerd, kwamen zagen we pas wat voor zee dat was. De golven liepen scheef tegen de oever en veroorzaakten een zee met steile golven waar ik wel respect voor had. Regelmatig was de golfhoogte 1 tot 1,5m hoog. Het voordeel was dat we de golven scheef tegen hadden waardoor we redelijk tegen de golven konden invaren. Daardoor kwamen we wel wat verder op zee, maar dat viel wel mee omdat we door de zee ook wel wat opzij werden gezet in de richting van de kust. Tijdens de tocht vroeg ik me wel af of we de goede beslissing hadden genomen om door te varen. We voeren vrij ver van de kant om reflelctie-golven te voorkomen. Het beste was geweest om in de ochtend de weersvoorspelling nogmaals te checken zoals we meestal doen. Dat hadden we echter niet gedaan en nu zaten we hier! Ik keek om me heen en beoordeelde de golven en onze situatie :
- de golven waren wel stijl en hadden soms een brekende kop. Dat breken doofde echter snel uit zodat het gevaar van in een achterwaartse surf te komen vrijwel uitgesloten was. Maar helemaal zeker kon je daar niet van zijn omdat we de voorspelling voor de rest van de dag niet wisten.
- We zaten allebei en een goede en betrouwbare zeekajak. We zaten er allebei goed in voelden ons niet ongerust in deze zee.
- Omkeren en teruggaan was natuurlijk ook een optie, maar om hier om te keren leek me riskanter dan door te varen.
Stel dat we vanochtend wel de goede weersvoorspelling hadden gelezen, dan sluit ik niet uit dat we vandaag niet uitgevaren zouden zijn. Op zich jammer omdat we dan vastzaten op een eiland zonder mogelijkheid voor een plan B. Of toch jawel: meestal gaat de wind na de middag liggen, dus in dat geval hadden we later op de dag kunnen vertrekken.
Je snapt dat we met dit soort weer niet echt opschoten, en daarom besloten we die dag bij de noordpunt van het eiland Tromøy om te keren in de richting van de auto om te voorkomen dat later het stressen zou zijn om op tijd bij de auto terug te komen en de ferry terug naar huis te halen. Liever iets te vroeg bij de auto. Dan konden we daar in de buurt nog uitgebreid rondvaren en kamperen.
“Sportschool”. Mijn kajak (Fjord P&H, bouwjaar 1985, nog gebouwd door Harrie Tieken) is extra stevig gebouwd en weegt in beladen toestand zeker 80 kg. Elke dag weer is dat zwaar tillen bij het te water laten en bij het aan land gaan. Normaal gesproken til je zo’n kajak met z’n vieren en dan is het goed te doen. Wij moesten echter alles met z’n tweetjes doen. Toen we in de laatste dagen een paar keer bij een kampeerplekje stonden waar het strand bij eb heel erg droog viel en modderig was, hadden we wel een dilemma. Aangezien we geen zin hadden een heel eind met de kajaks te sjouwen besloten we bij wijze van uitzondering om op te staan om 5.30h. Want dan was het net hoogwater geweest en stond er nog genoeg water om dicht bij de kant al in te stappen. Een heel verschil qua timing met de andere ochtenden waarbij we langzaam op gang kwamen in de zon.
Gastvrijheid. Na een lange vaardag kwamen we halverwege de avond bij een mooi strandje naar onze keuze aan. Na opzetten van de tent kwam er een bootje aan waarvan de beide opvarenden met allerlei tassen aan land kwamen. Ze verdween in het bos dus we namen aan dat ze ergens een Hytta hadden. Dat bleek juist te zijn, want toen ze de volgende ochtend op hun wandeling langs liepen bevestigden ze dat. We hadden een leuk gesprek. Ze nodigden ons daarbij ook uit om op 13h langs te komen en gezamenlijk met hen te lunchen. Dat was heel gezellig en we hebben dan ook adressen uitgewisseld. Ons vaarplan van de dag veranderde natuurlijk maar dat vonden we niet erg. We vertrokken om ca. 15.30h en na ergens water laden voeren we maar een kleine twee uur naar een volgende kampeerplekje. Wat een leuke dag was dat en wat een aardige mensen.
Nog een fopdag, die we echter wel leuk vonden. De weersvoorspelling was 5 bft west. Voor het komende stuk ruige kust hadden we daar niet zo’n zin in gezien onze eerdere ervaringen met de Noorse rotsige kusten. Daarvoor ontwikkelden we een alternatief plan: in plaatse van de kust voeren we een doodlopende baai in: Bufjorden. Aan het eind daarvan gingen we aan land en konden toen in 1,6 km weer bij zee komen met de kajaks op het kanokarretje. Al tijdens het varen in de baai snapten we niets van de wind: die was wel sterk maar uit westelijke richting. Een ernstig vermoeden bekroop mij en ik ruste niet eerder dan dat ik de weersvoorspelling nogmaals had geraadpleegd. En inderdaad: de windrichting wordt met pijltjes aangegeven en wezen van rechts naar links. Dus: ik had niet goed gelezen en we hadden mogelijk toch buitenom kunnen varen. Dat is echter zeer betrekkelijk want aangezien de kust in zuidwestelijke richting loopt zouden we de wind de hele tijd vrijwel tegen hebben gehad. Dus we waren er niet rouwig om want de tocht door de baai was mooi en konden er heel beschut langs de westelijke oever varen.
80 wandelaars. Boven beschreef ik al dat sommige eilanden mooie wandelpaadjes hebben langs de kust. Nu: wij stonden met ons tentje bijna op zo’n pad. Gekscherende zeiden wat dat er toch niemand op het eiland was en dat we daar best konden staan. Het was namelijk het droogste en vlakke stukje gras. Maar wie schetst onze verbazing toen er omstreeks 20h een wandelaar voorbij kwam. En kwartier later nog drie wandelaars. Nog een kwartier later kwamen er nog meer wandelaars. MAAR: die stroom wandelaars die vlak langs ons tentje moest lopen bleef maar stromen. Er kwam geen eind aan en het begon echt hilarisch te worden. Al die wandelaars keken niet op of om en verbaasden zich blijkbaar niet over ons tentje dat ze toch aardig in de weg lag. Tot op de dag van vandaag weten we niet wat dit voor wandeling was. Een soort cruiseschip misschien. Tijdens onze eigen wandeling kwamen we een paar uur eerder namelijk ook twee mannen tegen die zeiden dat ze met een grote boot gekomen waren.
Kampeerplekjes. Overal in Noorwegen, maar ook in Zweden, zijn er eilandjes te vinden met een zandstrandje al dan niet met ernaast een stukje gras dat door schapen en/of ganzen wordt onderhouden. Het is echter wel een kunst om die plekjes op tijd te vinden. Zo'n plekje ligt vaak verstopt in een baai zodat je makkelijk voorbij vaart. En om elk eiland helemaal rond te varen en alle baaien te onderzoeken schiet niet erg op. Zeker als de tijd dringt om je tent op te zetten of omdat er slecht weer aankomt. Daarom zijn kanovaarders zoals Lars Verket uit Kristiansand goud waard! Hij heeft in de hele regio van Zuid Noorwegen alle eilanden onderzocht. Daarbij maakt hij vaak gebruik van de hierboven genoemde "Friomrades". Maar ook noemt hij de kampeerplekken die hij zelf heeft ontdekt. Alle kampeerplekjes heeft hij gedeeld met 4 boeken. Als je dan alle plekjes op de zeekaart aangeeft, kan je op elk moment van de dag, dat het je uitkomt, een plekje kiezen.
Een waarschuwing is op zijn plek want in Noorwegen geldt de wet "het Allemannsrett" (Recht van openbare toegang).
Dit "Allemannsrett" betreft Outfields zoals bossen, bergen, moerassen en kustgebieden. Het buitenleven is een groot deel van de Noorse identiteit en we hebben al lang het recht om door bossen en velden te reizen. Zolang je zorg toont en afval meeneemt, zorgt het recht op toegang van het publiek ervoor dat je je vrij kunt bewegen in de natuur. Deze wet regelt ook het Verblijfsrecht: Zwemmen, tenten en ankeren van een boot vallen onder het verblijfsrecht. Voorwaarde is dat tenten niet dichter dan 150 meter van bewoonde- en onbewoonde huizen mogen staan: niet langer dan twee dagen! Als je meer dan 2 nachten op dezelfde plaats kampeert, bent je verplicht dit aan de landeigenaar te vragen, behalve in de hoge bergen of ver van woonwijken.
Zweden: het mooie is dat ook in Zweden iemand (Jens Marklund) hetzelfde heeft gedaan door alle, voor overnachten geschikt zijnde plekken, aan de westkust van Zweden te inventariseren en te delen via zijn kajakclub in Stenungsund!
De tevredenheidsfactor
Elke trektocht verandert er wel iets in je uitrusting, techniek of plannen.
Deze keer waren we zeer tevreden over:
- De reis natuurlijk. Deze nieuwe verbinding Van Eemshaven direct naar Noorwegen is ons zeer goed bevallen. De vakantie begint al na 2,5 uur autorijden. Daarmee besparen zeker 10á12 uur autorijden
- De kniekousen van Reed (zie vorig artikel). De hele vakantie hielden we droge en warme voeten na instappen vanuit het water. Aangezien het zeewater nog maar 5-10°C was, vonden we dit wel heel lekker. Tenzij je, zoals ik een keer, in dieper water ging staan dan kniediep. Maar dat leer je snel af.
- De isolatie drinkbekers van Stanley bevielen ons heel goed. We hadden die speciaal aangeschaft om in de kuip bij de hand te hebben voor een pauze. Dus in de ochtend werd er koffie of thee in gezet en dat bleef heet tot de middag. Het is voorgekomen dat we geen beschut plekje op de oever vonden om te pauzeren en daarom lekker warm in de kajak zijn blijven zitten achter een grote rots en in de zon. Dat was ook een prima pauze in deze gure wind.
- De isolatie bekers van Stanley met wijde opening bevielen heel goed voor de warme maaltijd: Tijdens het eten blijft je maaltijd er lekker warm in. Soms zelfs te heet. Dit in tegenstelling tot aluminium pannetjes waarin alles snel afkoelt als je nog met de eerste gang bezig bent. Omdat ons warme eten altijd eerst moet wellen in water hadden we na verloop van tijd een warme- of naar keuze- koude maaltijd. Die we in geval van tijdnood zelfs in de kajak zouden kunnen eten.
- De wollen shirts van ICEBREAKER, onder het wetsuit gedragen, bevielen prima. Lekker warm en na 10 dagen geen vervelende geur te ruiken
- De Odlo-shirts (type WARM) bleven ook de hele tocht comfortabel en voelde steeds na gebruik droog en warm aan. (bij gebruik onder een ademend jack)