De omstandigheden om vandaag naar Simonszand te varen zijn om meerdere redenen perfect: ten eerste is het rustig weer waarin je optimaal kunt genieten van de tocht, zeker als je maar met z'n tweeën gaat. Verder is de voorspelde wind NW2-4bft rustig genoeg om met mijn herstellende schouders aan te kunnen. Ik heb hier wel naar uitgezien: een mooie tocht en ultieme rust tijdens de pauze op Simonszand

We vertrekken op hoogwater vanuit Noordpolderzijl en worden daar uitgewuifd door een Lepelaar en 3 Wulpen. De tocht voert ons over de ZuidOostLauwers waar we uit luiigheid wel hele stukken afsnijden. Dat is geen nadeel want we hebben toch nog weinig stroom mee en omdat het hoogwater is hebben we genoeg diepgang boven de zandplaten. Ook het vaargeultje van Lauwersoog naar de Spruit snijden we af om tegenstroom daar te vermijden. Maar dan de Spruit: daar komt de getijdenstroom goed op gang en varen we soms met 12km/h.

Simonszand komt langzamerhand in beeld. Het blijkt dat alle oevers  van de zandplaat enorm dicht bevolkt zijn met ontelbare zeehonden. Het lijkt wel of zeekajaks hier niet welkom zijn. Maar nu we toch hier zijn kiezen we om te landen de plek waar het bordjes verboden toegang beginnen. Wat te verwachten is gebeurt: de zeehonden op die plek gaan te water en komen ons bekijken en zoeken later een plek verderop op het strand. We blijven uiteraard heel precies op ons plekje om ze niet verder te verstoren.

Als eerste zetten we ons windscherm net boven de vloedlijn  op voor een comfortabel verblijf. Simonszand lijkt kleiner geworden. Vooral aan de noordkant. Maar waar wij nu zijn is net een postzegel van 10x10 meter vannacht bij de vloed droog gebleven. Dat was vroeger wel een stuk anders. Jammer dat kamperen niet meer gedoogd wordt. Maar wel begrijpelijk.

Verder valt op dat de vaargeul vanaf SP19 nu eng dicht lang de plaat loopt. Wel leuk voor de zeehonden want die houden er wel van om dicht bij diep water te rusten. Wat we ook als nieuw ervaren is dat de zg. scheermessen in grote getale op het strand liggen.

In ons tentje uit de wind stonk het behoorlijk naar Zeehondenpies. Allemaal bedplassers zeker: die zeehonden-jonkies die hier net nog lagen. Maar na een tijdje raakten we er wel aan gewend of de stank verwaaid wat.

In ons tentjes zittend voelt het net of we er wonen. We genieten van het steeds veranderende uitzichtDe tijd vliegt ook. We hadden 3,5 uur om te blijven, maar die tijd vliegt voorbij. Kijkend naar het wad en de veranderingen die je steeds ziet, zorgen daarvoor.

Om 4 uur is het zover: het getij kentert en we kunnen weer terug varen. Er is nog niet veel stroom maar dat komt later nog wel. Wel moeten we nu wel precies de vaargeulen volgen om niet aan de grond te lopen en om profijt van de stroom te hebben. Alleen voor het geultje naar de ZuidoostLauwers snijden we wel of omdat het daar voor ons diep genoeg is. De eerste paar kilometers worden we geëscorteerd door minstens 100 Zwarte Zeekoeten. Vogels die we daar nog niet eerder zagen.

Weer bij Noordpolderzijl zien we een botter die we vanochtend de andere kant op zagen varen. Ze zijn bij binnenvaren aan de grond gelopen; ik denk dat ze te laat waren. Dus in plaats van te eten in het restaurant moeten ze tot 23uur wachten tot ze weer vlok komen.Wij konden met onze geringe diepgang uiteraard wel bij de kade komen. Alleen moesten we de kajaks nu wel 2 meter omhoog takelen. Op zich ging dat gesmeerd met de procedure die we vorig jaar hadden bedacht, maar misschien blijven we een andere keer nog wat langer op de plaat om later hier weer aan te komen. We zien we weer naar uit.

Snelheid versus afstand: