3/4 rondje Ameland
We drijven op een verstilde zee, de golfjes kabbelen licht en aan de benevelde horizon drijft een ijsberg. De zon probeert de nevel te verdrijven. Voorlopig is de illusie compleet.
Tot ik achterom kijk en de pier van Holwerd nog zie liggen. Dan is ook de ijsberg niet wat het lijkt te zijn; het zal de veerpont zijn die bij Nes aangemeerd ligt.
Rob, Peter, Jos, Kees, Henk en ik zijn onderweg naar Nes om van daar te voet de binnenlanden in te trekken. Naar camping Duinoord, bij paal 13 aan de noordzijde van het eiland. In theorie zouden we ook om de westpunt heen naar paal 13 kunnen varen, maar dan zouden we in deze tijd van het jaar pas in het donker aankomen. Daarom was het vandaag een lekker rustig en vooral sfeervol tochtje voor deze oude mannen van 48+.
Het is erg stil en behalve een zeilbootje en de veerboot die een keer langs komt, lijkt de natuur diep in slaap gevallen.
In Nes is, rechts van de haven, een comfortabel uitstapstrandje en even later wandelen we in hartje Nes. Ik krijg het idee dat dit volkomen normaal is en er regelmatig kajaks door Nes rollen, want niemand kijkt vreemd op. Sterker nog: men schijnt ons niet te zien!
Ja toch 1 persoon: een horeca-ondernemer die ons, in de veronderstelling dat kajaks in het water horen, de weg naar zee wijst. Onderweg hebben we een paar keer een pitstop waarin Rob en ik onze wieltjes moeten smeren. Ik was wel vooruitziend geweest om smeerolie mee te nemen, maar nu op het moment suprême kon ik het niet meer vinden. Het winnende antipiep-middel bleek uiteindelijk een mengsel van Henk´s-uierzalf met eilander-kruipolie te zijn.
Op de camping was vlak bij de strandopgang een uitgelezen kampeerplekje voor ons. Nadat de tentjes stonden hadden we daar een gezellige after-kajak-sessie waarin we ons oa. afvroegen hoe we het thuisfront verantwoording zouden afleggen over dit wel heel kalme, korte tochtje.
Aangezien we de pont hadden uitgespaard was het volgens Rob volkomen verantwoord om in Nes uit eten te gaan. Gelukkig is er nog een gelegenheid waar we zonder reserveren een 6-persoonstafel tot onze beschikking kunnen krijgen. Onderweg en aan tafel is hard nagedacht over een SMS-je dat we als antwoord aan Annet, die helaas op het laatste moment was verhinderd, zouden sturen om haar een hart onder de riem te steken. Al snel was besloten dat dit in Limerick-vorm diende te geschieden. Het componeren daarvan was een gezamenlijk project dat we uiteindelijk konden afronden toen we, wat later die avond, weer voor de tenten bijeen zaten aan de liquer en kruidenbitter. Tot onze tevredenheid kregen we een SMS terug; ook in limerick-vorm. Bravo Annet, laat je niet kisten.
Zondag beloofde ook weer een hele mooie dag te worden: de beloofde regen was al in de nacht gevallen. Omdat er informanten waren die voorspelden dat de wind in de middag zou toenemen uit het ZW, vertrokken we op een zeer veilig tijdstip,om 9.20 uur, in de richting van de Oostpunt van het eiland.
Het is een ideale dag en de zee aan de noordkant van het eiland, net buiten de branding, bolt zich telkens onder ons tot waterige heuvels van soms 1 meter. We zijn helemaal in ons element in dit ballet en worden verwend met een flink duwtje van de stroom, getuige een snelheid van dik 8km/uur. En dat terwijl ik het gevoel heb maar wat met mijn peddel te lepelen.
Het weer wordt steeds mooier en in de verte kunnen we zowaar Schiermonnikoog al zien. Ook zie je heel mooi de gronden ten Noorden van het Rif, die ver in zee steken, met zo nu en dan een heftige witte kop van branding er op.
De 15 km naar de Oostpunt leggen we in een krappe 2 uur af en ik ben beslist nog niet moe als we om de punt varen. We worden gegrepen door de stroom en spoelen met 12 en misschien wel 15km/h het gat in.
Het water is daar behoorlijk warrig. Ik keer en ga terug in een poging de staande golven te vinden die ik hier de vorige keer had gezien. Het kost wat moeite om ze te vinden omdat ze nu niet zo erg afsteken tegen de rest van het rommelige water. Maar er stonden, zo´n 80m uit de kant, wel degelijk staande golven en het lukte me om daarop te surfen. Gek eigenlijk zo´n snelheidssensatie terwijl je stil staat.
De anderen zijn inmiddels voor een pauze geland op de punt. Jos spreidt zijn tentgrondzeil uit en nu begint het luie leven weer. We koesteren ons in de zon, vanuit de verte gadegeslagen door een stel zeehonden. Als we na een tijdje de kriebels krijgen gaan we weer te water. Ik zou niet meer weten hoe laat dat was. In ieder geval varen we in rechte lijn op 220° naar Holwerd en hebben in het Pinkengat flink stroom mee.
Het water lijkt een biljartlaken en we hebben maar een hele lichte koelte tegen. Wind kan je het nauwelijks noemen. Het uitzicht is een plaatje van: een blauwe lucht met mooie witte stapelwolkjes die voorbij zeilen. De zeehonden doen ons uitgeleide: Ik denk in een poging zeker te weten of we echt wel vertrekken. Jos veronderstelde dat ze van de "Sea.I.A." waren; een zusterorganisatie van de CIA.
Halverwege krijgen we weer een aanval van luiheid en vinden uit hoe je op elkaars achterdek kunt slapen.
Af en toe peilen we hoe diep het is en op het wantij stond zeker nog 1,5 meter water. We zijn wat aan de vroege kant ten opzichte van de verwachte kentering maar de daardoor verwachte tegenstroom na het wantij blijft uit. In ieder geval was die zo gering dat we er geen last van hadden.
Zo ongeveer 14.30 staan we weer op de kant. Voldaan!
Nadat we in Den Oever, tijdens de terugreis, nog een visje hadden "gevangen" stonden we om 17.30 weer bij de club. Een keurige tijd om mee thuis te komen.
DETAILS:
zaterdag: HW HArlingen 13.26; wind 0 Beaufort; afstand ca. 9 km; zicht heiig
zondag: HW Harlingen 13.44; wind ZW 1 Beaufort; afstand 24,5km; gem snelheid 7,6 km/h; max 15,1 km/h; zicht helder