We hadden er weer last van: de Kanokriebels.
Daarom hadden Wietse en ik de 21e gepland om op groot water te gaan varen. Het mooiste was geweest om een tochtje in rustig weer langs de kust vanaf Castricum te varen. Omstreeks deze tijd van het jaar kan je op zee, zo vertelde Wietse, allemaal mooie vogels zoals Alken en Roodkeelduikers zien. Aangezien het ´s-nachts windkracht 7 was geweest en het ´s-morgens helemaal geen rustig weer leek, waren we het er snel over eens dat we een ander tochtje moesten varen: van Muiden naar Marken vv.

We startten van een strandje aan de voet van een fort in Muiden. Een fort waar overigens nu de Scouting is gevestigd. Dat is toch eigenlijk prachtig. Ik zie het helemaal voor me: Jonge Scoutjes die door zo´n oud fort mogen dwalen. Hartstikke spannend. Voor mij was het vroeger wel wat geweest in ieder geval.


Afijn, vandaag is het varen geblazen. Er staat een straffe wind uit NW en op het strandje staat zelfs een kleine branding als we vertrekken.
Ik was heel benieuwd hoe het vandaag zou gaan want dit was de eerste tocht in mijn Baidarka op ruw water. Nu ik de passing in de kuip en de voetensteun had verbeterd, durfde ik er wel het ruime sop mee op.
We gaan vlak langs Pampus en komen dan in wat ruiger water. Er trekt in de verte een bui voorbij en de wind wakkert direct aan tot zeker 5 Beaufort. We hebben de golven schuin tegen. De Baidarka loopt er prima overheen en ik zit nu heerlijk op mijn gemak met de aangepaste kuip en voetensteun. Dat is ook wel nodig want de grote neus wordt, telkens als hij zich uit een golf verheft, door de wind gepakt. Hij valt dus een beetje af, maar met het verbeterde heup en kniecontact kan ik de Baidarka toch redelijk makkelijk op koers houden.

We passeren de laatste boei P1 en zien in de verte het Paard van Marken (de vuurtoren voor de niet ingewijden) aan de horizon. De lucht is inmiddels prachtig blauw en we hebben het helemaal naar ons zin. Al varend praten we over uiteenlopende onderwerpen waarbij we soms tegen elkaars peddels slaan, want Wietse loeft wat op en ik val af. Dat lossen we creatief op door aan elkaars andere kant te gaan varen.

Op Marken installeren we ons in de zon en uit de wind achter een schuurtje om wat te eten en iets warms te drinken. Dat blijkt een koude bedoening nu onze handen uit de kanomoffen zijn. Intussen komen er allerlei aardige mensen langs die een praatje met ons maken. Dat is nog eens gezellig hier.

De weg terug is minder zonnig. Dat zal je net zien: heb je koude handen en voeten en dan verstopt de zon zich ook nog eens. Toch had dat ook zijn mooie kanten want nu konden we genieten van mooie wolkenpartijen waar de zon mooie lichtbundels tussen tekent. Ook het water doet mee aan dit schouwspel: met dat tegenlicht kreeg het water een metaalachtig uiterlijk. Het leek soms wel alsof we in vloeibaar kwik voeren. Heel mooi.
Intussen duwt de wind ons in de rug en rollen de golven van schuin achter met ons mee. Voor Wietse´s Bahiya een lastige koers. Ik kon aan hem zien dat hij nu anders voer want hij zat veel meer rechtop, leek veel alerter en liet het tempo wat zakken.
Zelf merkte ik ook dat de Baidarka op deze koers af en toe door een golf gekant werd. Aan dat gedrag moet ik nog wennen want bij deze kajak met zijn sterke V-bodem kan ik nog niet geheel blindelings op zijn secundaire stabiliteit vertrouwen. Bij mij is dat anders, zei Wietse: De Bahiya heeft bijna geen secundaire stabiliteit dus er is niets om op te vertrouwen. Grappig, “heb je een snelle kajak en moet je juist inhouden”.
Intussen is de wind nog steeds niet, zoals voorspeld naar het Noorden gedraaid. Jammer want daar hadden we voor de terugweg wel op gerekend. Daarom houden we nu wat westelijker aan om straks wat meer met de golven mee te kunnen surfen. Dat valt uiteindelijk wat tegen, maar desondanks maken we een aardige snelheid.

Weer op het strand strompelen we, als gevolg van koude voeten, richting auto. Wietse had daarbij een extra handicap want hij had met zijn hielen in een grote plas met water gezeten omdat zijn neopreen spatzeil doorzweette.
Tegen de tijd dat we zijn omgekleed zijn we wel weer op temperatuur en kijken terug op een mooie tocht. Voordat we de auto starten werpen we vanaf de dijk, als afscheid, nog een laatste blik op de blikkerende plas water achter ons.

Vaarcondities: Wind NW 4-5, temp. Ca. 5°C, afstand ca. 25 km, golfhoogte 30-60cm