Dit jaar wilden we ons zelf eens verwennen met de vakantie. Concreet betekende dit dat we een trektocht in Noorwegen op zee bij de Lofoten wilden varen. Maar omdat we geen zin hadden om een paar duizend kilometer met de auto te rijden besloten we het grootste deel van de reis per ferry af te leggen. Daarvoor reden we eerst naar Hirthals in het noorden van Denemarken. In Hirthals namen we de ferry naar Bergen in Noorwegen. Na een halve dag wachten konden we inschepen op een schip van de Hurtigruten. Dat moesten we tijdig boeken want er gaan daarop nooit veel auto’s mee: zo’n stuk of 20. Het bleek een logistiek vraagstuk voor het schip te zijn omdat er onderweg ook auto’s konden ontschepen of er bij wilden. Eenmaal aan boord leek het een echte cruise ondanks dat de Hurtigroute van origine een vrachtvaart is langs de kust van Noorwegen. Maar dit was heel sjiek. En ook leuk dat we stopten bij verschillende havens waar we ook even konden passagieren. Verder waren ook wat speciale trajecten speciaal voor toeristen ingepland; zoals ver een fjord in. Al met al waren we met de Hurtigruten 4 dagen onderweg van Bergen naar de Lofoten. In ieder geval was het echt vakantie aan boord. We stapten uit bij Stamsund waar we in de buurt, 15 km noordelijker, een camping vonden waar we de auto 2 weken konden laten staan.
 
Misschien vraag je je af waarom we de auto meenamen omdat het zonder auto goedkoper is. Je kan zo met de kajaks op een karretje aan boord rijden. We hebben echter bewust voor de auto gekozen omdat het weer in de Lofoten best een week heel ruig weer kan zijn. In dat geval zouden niet overal kunnen varen omdat de zee te woest is en we ergens vastzitten. Voor dat geval hadden we bedacht dat we met de auto over de Lofoten naar het noorden konden rijen om dan een trektocht op de Vesteralen te houden waar meer beschutte routes mogelijk zijn.

Zoom maar eens op deze kaart om te ontdekken hoeveel mooie eilandjes er zijn en hoe leuk je er kunt kanoën.
Gelukkig was het weer perfect! Wel was het aan de westkant, waar de Lofoten aan de oceaan grenst, toch tamelijk wisselvallig met mist en periodes met wind. Wonderlijk genoeg was het aan de oostkant van de Lofoten de eerste week goed weer. We genoten daar van fantastische uitzichten van de hoge bergen. Je voelt je daar heel nietig in je kajak. Zo nietig dat we er op de eerste dag geen flauw benul van hadden dat we door de stroom opzij werden gezet op een spiegelgladde zee. We hadden wel het gevoel dat er iets niet klopte maar door de grootsheid van het landschap snapten we niet wat er gebeurde door gebrek aan oriëntatiepunten. Die eerste dag was een mooi leermoment dus de volgende dagen wisten we waar we op moesten letten en voeren bijvoorbeeld niet alleen maar een bepaalde koers naar een eiland maar berekenden ook hoe lang dat mocht duren.
Wat verder een aandachtspunt was dat we niet tevoren plekken hadden kunnen uitzoeken waar je goed kunt kamperen. Meer naar het zuiden in Noorwegen heb je overal "Friomrades" (in Nederland zouden dat picknickplekken heten) waar je meestal makkelijk kan landen en er ook vaak een grasveldje is waar je de tent kunt opzetten. Nu moesten we soms lang doorvaren (zie het traject na de 8e overnachting) om een geschikte plek te vinden of genoegen moesten nemen met een minder mooie plek. Zoals ook bijvoorbeeld die keer dat we alleen maar een zandstrandje vonden waar er boven de vloedlijn nog een mooi droog plekje lag. Echter: de volgende dag werd het springtij en kwam de vloed een halve meter verder het strand op dan de dag ervoor. Dat werd spannend. Uiteindelijk leken we het niet droog te houden en gingen we met de peddel zanddijken opwerpen. Omdat die dijk het niet zo lang hield, zijn we opgebleven tot het water weer ging zakken. Op het hoogst van de vloed hebben we 1 hoek van de tent losgemaakt en weg gevouwen zodat de boel droog bleef. Weer een leermoment: zorg dat je de data met springtij paraat hebt. Die hadden we overigens wel bij ons, maar dit was onze tweede nacht en die paperassen zaten nog ergens weggestopt.
Toen we eenmaal aan de noordkant bij Vesteralen waren, werd het veel winderiger. Dat beïnvloedde wel onze planning. Het mooiste is natuurlijk om naar de auto terug te varen. Maar mochten we dat niet halen dan waren er verschillende plaatsen waar we met de kajaks op de Hurtigruten konden inchecken om naar de auto mee te varen: Risoyhamn of Sortland of Svolvaer. Het was echter superbelangijk dat we op tijd terug in Stamsund waren omdat we de terugreis hadden geboekt. Dus die escape om de tocht eerder af te breken gaf ons een relaxed gevoel voor geval het slecht weer zou zijn. Het eten was het probleem niet omdat we voor 15 dagen eten aan bood van de kajaks hadden.
 
In de tweede week verslechterde het weer door sterke wind uit het zuidwesten. Daardoor zouden de dagtrajecten een stuk korter worden. Toen we in Halstad waren, 1 van de plaatsen waar de Hurtigruten ook stopt, zagen de voorspellingen er slecht uit. Daarom hebben we daar al geboekt om met de kajaks in Risoyhamn aan boord te gaan.
Eenmaal in Risoyhamn viel het weer wel weer mee. Maar we hadden nu eenmaal geboekt en namen dus gewoon 2 dagen vakantie aan land. Bij gebrek aan een camping huurden we een vakantiehuisje. Achteraf gezien is het misschien jammer dat we, ten gevolge van het weer, niet aan de oceaankant van de Lofoten konden kanoën en eens door die zeestraten tussen de eilanden doorvaren. Afhankelijk van het getij kan het daar wel 4 knopen stromen. Leuk om ook mee te maken. Met de stroom mee uiteraard . Maar ach, er moet wat te wensen overblijven: misschien komen we daar nog wel eens.
Weer op de ferry was ook leuk omdat we hier en daar herkenningspunten van de heenreis hadden. Zo konden we verder doorgaan met genieten van het uitzicht. Eenmaal terug in Stamsund was het bijna middernacht.
Dat was wel een uitdaging omdat we nu in het pikkedonker de camping terug moesten zien te vinden. Vlakbij de afmeerplek van de Hurtigruten vonden we gelukkig en steiger met een trap naar beneden zodat we redelijk makkelijk konden instappen.
Eenmaal weer op zee moesten we wel even wennen aan het navigeren midden in de nacht. Hier en daar kon je wat vage schimmen zien van eilandjes en ook zagen we nu de navigatielichten voor het eerst bij nacht. Het was een grote steun dat de meeste lichten 2 of 3 banen van verschillende kleuren straalden. Handig, want als je bijvoorbeeld de kleur zag veranderen van rood naar wit, wist je precies waar je zat bij een bepaalde kompaskoers. We moesten wel heel scherp blijven, vaak de kaart raadplegen en daarmee vergelijken met wat we konden zien. Maar al doende bereikten we na ca. 10 km zonder problemen de camping.
Het zal een uur of 2 in de nacht zijn geweest zijn toen we de tent weer op konden zetten.
De volgende ochtend was de mevrouw die de camping beheerde, helemaal blij dat ze ons weer zag. We hadden haar natuurlijk van onze plannen verteld maar aangezien ze zelf niet voer, was onze vakantie in haar ogen een gewaagd plan.
Tiny& René